zaterdag 17 december 2005

Ulipe tafadhali

In Tanzania is er geen collectieve zorgverzekering dus iedereen moet zelf betalen. Als het lukt volgt hieronder de prijstlijst. Het is niet de actuele, maar 1 van 2003, maar dan hebben jullie enig idee. Voor medicijnen moet apart betaald worden. 1 euro = 1300 Tanzaniaanse Shilling.


Als je erop klikt denk ik dat het groter wordt en je de bedragen kan lezen.

Voor ons Nederlanders spotgoedkoop, maar hier heel duur. Zeker chronisch zieken kunnen het vaak amper betalen. Insuline voor suikerziekte kost bijvoorbeeld zo'n 20 euro per week en dat is erg duur hier!

Igogwe Hospital

Zoals aangekondigd zit ik nu in Tanzania om een keuze co-schap tropengeneeskunde te volgen in het ziekenhuis van Igogwe. Ik zal eerst een beschrijving geven van het ziekenhuis hier.
Igogwe is een klein dorpje 4 km van de snelweg tussen Malawi en Mbeya. Het ziekenhuis is een van de vele missieziekenhuizen in Tanzania en is begin jaren 70 gesticht door Nederlandse nonnen. Vorig jaar heeft het bisdom van Mbeya het overgenomen. Binnen de omheining van het ziekenhuis woont ook een groot deel van het personeel en ik heb er ook een huisje gekregen.
Het ziekenhuis zelf bestaat uit een 2 binnenplaatsen met daaromheen kamers voor mannen, vrouwen en kinderen. Er is een Labour Ward voor de bevallingen, een aantal isolatiekamers (voor bv. tuberculose en cholerapatiënten), een echokamer, een laboratorium, een keuken, een apotheek, een röntgenafdeling, een Minor Theatre voor kleine ingrepen en traumaopvang en een Major Theatre voor grotere operaties. Verder zijn er buiten het ziekenhuis gebouwen voor Community Health, AIDS counceling, anti-retrovirale middelen verstrekking, SOA-counceling, een Maternity Ward voor hoogzwangere vrouwen en een weeshuis.
Al met al vind ik dat het ziekenhuis best goed is uitgerust. Er kunnen röntgenfoto’s van aardige kwaliteit worden gemaakt, er is een echoapparaat etc. Toch word je soms wel geconfronteerd met de armoede. Bijvoorbeeld als een basaal medicijn (penicilline) niet meer voorradig is of als een van de CO’s in een doktersjas loopt die ooit gedragen was door Tine Prins uit het LMC. Ik vraag me af wat Tine daarvan vindt!
De medische staf bestaat uit Medical Officers (dokters), Clinical Officers (een soort HBO dokters met een 3-jarige opleiding) en Assistant Medical Officers (Clinical Officers met een 2-jarige vervolgopleiding. Op dit moment zijn er 2 AMO’s, waarvan 1 met vakantie is en 2 jonge artsen die net klaar zijn met hun studie. Maar die gaan over een paar maanden waarschijnlijk weer weg en dat betekent dat er alleen maar AMO’s zijn. Ik geloof dat het ziekenhuis wel dokters wil aantrekken, maar dat is hier niet zo makkelijk.
De CO’s en AMO’s kunnen echter heel veel dingen zelf. De CO’s zien zelfstandig patiënten en zetten zelf een behandeling in, eventueel in overleg met de dienstdoende AMO of arts. Ook doen ze zelf kleine ingrepen, zoals het hechten van wonden, het zetten van gebroken botten en circumcisies.
De AMO’s hier hebben veel geleerd van de chirurg die hier 1 keer per maand komt: ze doen keizersnee operaties, kleine buikoperaties (liesbreuken, buikwandbreuken, blinde darm, abcesdrainage) en zelfs baarmoederverwijderingen.
Ik kan het erg goed vinden met de 2 artsen, dr. John en dr. Mwashambwa. Ik ben erg onder de indruk van hun kennis en hun vaardigheden. Ze weten niet alleen veel klinische dingen over tropengeneeskunde, ook de theoretische achtergronden zitten er goed in. En, net als elke Tanzaniaanse basisarts, kunnen ze “basale” operaties uitvoeren, zoals keizersnedes. Wat dat betreft is de opleiding in Utrecht maar schraal.
Ondanks mijn cursus Swahili is het communiceren met patiënten heel moeilijk. Simpele dingen kan ik wel vragen en verstaan, maar een uitgebreide anamnese is vooralsnog onmogelijk. Maar in 1 week is het al iets vooruit gegaan, dus ik houd hoop. Al het voortgezet onderwijs is hier in het Engels, dus al het medisch personeel spreekt goed Engels. Zelfs de statussen worden in het Engels bijgehouden. Bij de eerste overdracht in het Engels dacht ik even dat dat speciaal voor mij was, maar dat is dus ook gewoonte.
In de week die ik er nu op heb zitten heb ik me vooral geprobeerd te orrienteren door ’s ochtends op verschillende afdelingen visite te lopen. Dat viel nog niet mee, want veel patienten hebben ziektes die ik nog nooit gezien heb. En de ziektes die ik ken worden hier vaak met andere medicijnen behandeld. De kinderafdeling heeft een speciaal programma voor ondervoede kinderen en dat terwijl dit een erg vruchtbaar deel van Tanzania is. AIDS hier een groot probleem, ook bij de kinderen. Sinds kort zijn er anti-retrovirale middelen beschikbaar en een groot deel van de patienten wordt een (gratis) AIDS test aangeboden (via een programma in Mbeya).

Dinsdag zag een leuke tropische casus. Een man was onderzocht in het Minor Theatre en had overgegeven en midden in het braaksel lag een worm (ascaris lumbricoides) van 12 cm lang. Jammer genoeg heb ik er geen foto van gemaakt. Het komt wel vaker voor dat mensen ascariasis (een bepaald soort worminfectie van het eerste deel van de dunne darm) een worm uitbraken en dat kan een erg traumatische ervaring zijn. Zeker laagopgeleide mensen weten niet dat de wormen als kleine cystes zijn begonnen en kunnen dus denken dat iemand ’s nachts een worm in hun mond heeft gestopt!